Category Archives: Uncategorized

Huurverhoging 2016

 

Per 1 juli 2016 mogen verhuurders de prijzen voor huurwoningen weer verhogen. De overheid heeft hier grenzen aan gesteld zodat huren niet onredelijk kunnen stijgen. Hoe hoog de huurverhoging 2016 zal zijn, is afhankelijk van uw gezinsinkomen. Alle inkomens tellen dus mee, van u, uw partner en thuiswonende kinderen.
De belastingdienst rekent met het inkomen van 2014. Dit omdat dat inkomen al definitief is vastgesteld.

Voor thuiswonende kinderen tot 23 jaar is een vrijstelling van € 19.253,- Alleen het inkomen hierboven telt mee voor het gezinsinkomen.

De regels voor de huurverhoging 2016 zijn alleen van toepassing op sociale huurwoningen. De huurgrens voor sociale huurwoningen is voor 2016 bepaald op € 710.68. Is uw huur lager dan dit bedrag, dan woont u in een sociale huurwoning. Daarboven huurt u in de vrije sector.

Bepaling sociale huurwoning

Of uw huur in de vrije sector valt wordt niet uitsluitend bepaalt door de huidige omstandigheden. Indien de woning op het moment van het aangaan van het huurcontract een sociale huurwoning was, blijven de regels van een sociale huurwoning gelden.

Hoeveel stijgen de huren in 2016?

huurverhoging 2016

huurverhoging 2016

Inkomen tot € 34.678: 2,1%

Was uw gezinsinkomen in 2014 € 34.678 of minder dan mag de huurverhoging 2016 maximaal 2,1% bedragen.

Inkomen tussen € 34.678 en € 44.360: 2,6%

Was uw totale gezinsinkomen in 2014 meer dan € 34.678, maar minder dan € 44.360, dan mag uw huur maximaal 2,6% verhoogd worden. Indien uw huur met meer dan 2,1% verhoogd wordt, dan dient uw verhuurder een inkomensverklaring mee te sturen met de aankondiging van de huurverhoging.

Inkomen boven € 44.360: 4,6%

Was uw inkomen in 2014 meer dan € 44.360, dan mag uw huur maximaal 4,6% verhoog worden. Ook hier geldt weer dat uw verhuurder een inkomensverklaring dient mee te sturen waaruit blijkt dat uw inkomen hoger dan € 44.360 is geweest.

Kamers, woonwagens, woonwagenstandplaats: 2,1%

Indien u een kamer of woonwagen huurt, is uw inkomen niet van belang, Uw verhuurder mag zelfs geen inkomensgegevens bij de belastingdienst opvragen.

Op de site van de overheid kunt u uw huurverhoging controleren : huurverhogingcheck

Wijziging huurverhoging 2017

In 2017 zal er nog slechts één inkomensgrens gehanteerd worden. de hoogte hiervan zal ongeveer  € 39.000 bedragen. Indien uw gezinsinkomen onder deze grens blijft zal de maximale huurverhoging 2,5%+inflatie zijn. De maximale huurverhoging voor inkomens boven € 39.000 is op dit moment nog niet vastgesteld.

In 2017 zijn er nog enkele veranderingen in de regels aangaande huurverhogingen.

Geen extra huurverhogingen voor gezinnen waarvan 1 of meer leden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt

Geen extra huurverhoging voor gezinnen van 4 of meer personen

 

 

 

Afbraak fiscaal voordeel eigen woning

Heel subtiel en ongemerkt daalt uw fiscaal voordeel van uw eigen woning.

Vanaf 2014 wordt het maximale aftrekpercentage van de door u betaalde hypotheekrente met 0,5% per jaar verlaagd. Dit gaat door tot 2041. Op dat moment zal de hypotheekrenteaftrek nog slechts 38% bedragen.

Maar daarnaast is ook het huurwaardeforfait weer op een historisch hoogtepunt.

Door middel van een rekenvoorbeeld laten we u zien hoe uw voordeel afgeknabbeld wordt.

Stel u heeft een woning met een WOZ waarde van € 250.000. U heeft hierop een hypotheekschuld van € 225.000 met een rente van 4,5%

In 2011 toen het huurwaardeforfait nog redelijk laag was leverde u dat de volgende aftrek op:

Betaalde rente 4,5% van € 225.000 = €  10.125
Huurwaardeforfait : 0,55% van € 250.000 = € 1.375
Aftrekbaar was in 2011 : € 10.125 -/- € 1.375 = € 8.750.
In de hoogste schijf leverde dat een voordeel op van 52% = € 4.550

In 2015 ziet het er als volgt uit:

Betaalde rente : € 10.125
Huurwaardeforfait : 0,75% van€ 250.000 = € 1.875
Aftrekbaar : € 10.125 -/- € 1875 = € 8.250
Belastingaftrek 51% levert een voordeel op van € 4.207

Uw belastingvoordeel op uw woning is € 343 gedaald. Hierbij is geen rekening gehouden met de jaarlijkse stijging van de WOZ waarde.

Indien de WOZ waarde blijft stijgen en de hypotheekrenteaftrek blijft dalen, zal uw fiscaal voordeel over uw eigen woning elk jaar verder afnemen.

 

Huurverhoging 2015

Per 1 juli 2015 krijgen alle bewoners van huurwoningen weer met de jaarlijkse huurverhoging te maken.

Dit jaar is de huurverhoging voor sociale huurwoningen vastgesteld op 2,5% tot 5%. Hoeveel huurverhoging u precies gaat betalen is afhankelijk van uw gezamenlijk gezinsinkomen.

 

 

  • 2,5% voor huishoudens met een inkomen tot € 34.229 (inkomensjaar 2013);
  • 3,0% voor huishoudens met een inkomen  vanaf € 34.229 tot en met € 43.786 (inkomensjaar 2013);
  • 5,0% voor inkomens boven de € 43.786 (inkomensjaar 2013).

Deze percentages gelden voor zelfstandige sociale huurwoningen. Dit zijn oa eensgezinswoningen, appartementen en portiekwoningen.
Een woning is een Sociale Huurwoning wanneer de kale huurprijs maximaal 710,68 euro per maand bedraagt.

Indien u op kamers woont, is de maximale huurverhoging 2,5%

Een verhuurder mag slechts eenmaal per jaar een huurverhoging doorvoeren. Tevens moet de verhuurder deze huurverhoging minimaal twee maanden van te voren aankondigen

Woont u in een geliberaliseerde huurwoning (huurprijs hoger dan 710,68 euro) dan geldt er geen maximale huurverhoging. De verhuurder is vrij de huur met een door hem redelijk geacht percentage te verhogen.

Huurverhoging 2014

Jaarlijks worden de prijzen van uw huurwoning verhoogd. De overheid stelt elk jaar een maximaal percentage vast voor deze huurverhoging. Hierdoor wordt de jaarlijkse verhoging van de huurprijs van uw woning gereguleerd en wordt er voorkomen dat een huurbaas of woningcorporatie een onredelijke huurverhoging doorvoert.

De hoogte van de huurverhoging wordt bepaald door de hoogte van de inflatie en de hoogte van uw inkomen.

Deze regels voor huurverhoging zijn alleen van toepassing voor “sociale huurwoningen”. Een sociale huurwoning is een woning met een maximale huurprijs van €699,48 per maand. De bedoeling is dat deze sociale huurwoningen zoveel mogelijk beschikbaar zijn voor de lager inkomens. Wanneer u dus een hoger (gezins)inkomen heeft, mag de verhuurder extra huurverhoging in rekening brengen.

Voor 2014 is de huurverhoging als volgt bepaald:

Maximale huurverhoging 2014

De inflatie over 2013 was 2,5%. Dit betekent per 1 juli 2014 een huurverhoging van maximaal:

  • 6,5% (inflatie + 4,0%) voor inkomens boven de € 43.602.
  • 4,5% (inflatie + 2%) voor inkomens tussen € 34.085 en € 43.602;
  • 4% (inflatie + 1,5%) voor huishoudinkomens tot € 34.085;

Voor de geliberaliseerde woningen zijn deze regels niet van toepassing. De enige regels dat een geliberaliseerde woning ook slechts één maal per jaar een huurverhoging mag berekenen. Verder is de verhuurder vrij om de hoogte hiervan te bepalen.

Inkomstenbelasting 2014 – Verlaging 1e belastingschijf

In 2014 heeft de overheid de twee kleine veranderingen aangebracht in de belastingschijven.

De eerste verandering is het tarief in de eerste belastingschijf. Dit is verlaagd van 5,85% naar 5,1%. Uiteraard komt hier bovenop nog 31,15% aan premie volksverzekeringen. Het totale belastingtarief in de eerste schijf komt hiermee op 36.25%.

Je betaald in de eerste belastingschijf belasting over €19.645. Een voordeel van 0,75% houdt in dat je in deze eerste schijf €147,- minder belasting hoeft te betalen. Dit is per jaar. Per maand een voordeel van €12,-

De tweede verandering in de tarieven van de belastingschijven vinden we in de derde belastingschijf. Deze schijf is iets verlengd, waardoor we later in de vierde belastingschijf terecht komen. In 2013 liep de 3e belastingschijf van €33.363 t/m €55.991,-

In 2014 loopt de 3e belastingschijf van €33.363 t/m €56.531. Een verlenging van €540,- Over deze €540 wordt nu 42% belasting betaald in plaats van 52%. Een voordeel van €54,-

Wat mij dan weer verbaast, is het geringe voordeel. De politiek is een heel jaar aan het rekenen. Ze bedenken allerlei maatregelen om meer geld binnen te halen en geven ons aan de andere kant dan een klein beetje terug.
Deze verandering in de belastingschijven 2014 is bedoelt om het verminderde voordeel van de hypotheekrenteaftrek te compenseren.

Een rekenvoorbeeld

Stel je hebt een hypotheek van €200.000 euro. Je betaald hierover 4% rente. Dan betaal je op jaarbasis €8.000 aan rente.

Als je met je inkomen in de vierde belastingschijf zit, dan krijg je van deze €4.000 52% terug. Oftewel €4.160.
Vanaf 2014 zijn de regels van hypotheekrenteaftrek gewijzigd en kan je o,5% minder aftrekken. Je krijgt dus maar 51,5% terug. In dit rekenvoorbeeld krijg je dan €4.120 terug. €40,- minder dan in 2013. Voor deze €40,- wordt het hele hypotheekrente systeem gewijzigd en wordt dit weer gecompenseerd in de tarieven van de belastingschijven. Uiteraard is het verlies voor mensen met hypotheken van een miljoen of meer een stuk hoger. Maar toch vraag ik me af of de inspanningen die geleverd worden om dit allemaal te bedenken, opwegen tegen het rendement.

Lastenverzwaring autobelasting 1 miljard

De overheid heeft een 7-tal maatregelen bedacht om in 2014 een bedrag van 1 miljard aan extra inkomsten te genereren. Al jarenlang is de automobilist een makkelijke prooi voor de overheid en belastingdienst om veel geld binnen te harken. Ondanks dat de autokosten in Nederland al ruimschoots de hoogste in Europa is, schaamt de overheid zich er niet voor om deze lasten nog verder te verhogen. Op onze pagina “Auto inkomsten Overheid” kunt u zien hoeveel de overheid op dit moment al binnenhaalt met auto belastingen. Deze voorgestelde 1 miljard extra komt daar nog eens bovenop.

Maatregelen autolasten verzwaring 2014

Welke maatregelen heeft de overheid bedacht en wat zullen ze naar verwachting gaan opbrengen?

Verhoging accijns op LPG > opbrengst 50 miljoen euro

Verhoging accijns op Diesel > opbrengst 230 miljoen euro

Nieuwe oldtimerregeling > opbrengst 137 miljoen euro

Provinciale opcenten > opbrengst 155 miljoen euro

Stoppen vrijstelling MRB zuinige auto’s > opbrengst 250 miljoen euro

Verhogen boetes te laat betalen MRB > opbrengst 50 miljoen euro

Indexatie brandstofaccijns > opbrengst 156 miljoen euro

Een omvangrijk pakket aan maatregelen om de automobilist nog verder uit te knijpen.
De verhoging van accijns op LPG en Diesel zal 7 en 3 cent bedragen, inclusief BTW zal dat 8,4 en 3,6 cent zijn
De nieuwe oldtimerregeling houdt in dat alleen auto’s van 40 jaar en ouder nog vrijgesteld zullen zijn van wegenbelasting. Vooral een lastenverzwaring voor bezitters van een jonge klassieker op LPG en Diesel.
Net als het afschaffen van het “grijs” kenteken voor particulieren enkele jaren geleden veroorzaakt dit hetzelfde effect. Niet meer kunnen blijven rijden in hun huidige auto en tegelijkertijd met een auto opgescheept zitten die halveert in waarde of onverkoopbaar is.

De extra opbrengsten uit provinciale opcenten komt uit het verhogen van de motorrijtuigenbelasting en verhogen van parkeertarieven.
Vanaf 2011 betalen kleine / zuinige auto’s geen motorrijtuigenbelasting. In deze maatregelen gaan ook deze auto’s weer gewoon wegenbelasting betalen.

Wanneer de motorrijtuigenbelasting niet op tijd betaald wordt, levert dat een boete op. Wordt de motorrijtuigenbelasting meerdere keren te laat betaald, dan stijgt de hoogte van die boete exponentieel. In 2014 zullen deze boetes dus nog verder verhoogd worden.

De reeds hoge accijnzen op onze brandstof zullen dit jaar geïndexeerd worden.(ook de reeds verhoogde accijns op diesel en LPG)

Oldtimerregeling 2014

Per 1 januari 2014 is de nieuwe oldtimerregeling van kracht. Omdat de regering van mening is dat zij inkomsten misloopt doordat er een groot aantal auto’s gebruik maken van de huidige oldtimerregeling, waarbij elke auto ouder dan 25 jaar geen wegenbelasting hoeft te betalen, heeft ze deze oldtimerregeling aangepast.

Oldtimerregeling – 40 jaar en ouder

Kort gezegd komt het er op neer dat alleen auto’s van 40 jaar en ouder nog in aanmerking komen voor de volledige oldtimerregeling en dus volledige vrijstelling van wegenbelasting.

Auto’s in de huidige(oude) oldtimerregeling moeten vanaf 1 januari weer wegenbelasting betalen. Hierin wordt onderscheidt gemaakt in de brandstof van uw oldtimer.

Wanneer uw oldtimer tussen 26 en 40 jaar oud is en op benzine rijdt, betaalt u een kwart tarief wegenbelasting, met een maximum van €120 per jaar. Voorwaarde hieraan is echter wel dat u in de maanden december, januari en februari geen gebruik maakt van de openbare weg met uw oldtimer. Met andere woorden, deze dient op een eigen terrein gestald te worden.

Rijdt uw oldtimer echter op diesel of LPG, dan is er geen vrijstelling van wegenbelasting en betaalt u dus gewoon het volledige bedrag aan wegenbelasting.

Met deze nieuwe oldtimerregeling zullen vooral mensen met een zware auto op LPG en diesel zwaar gestraft worden. Volgens sommigen is dit terecht, omdat deze auto’s het meest vervuilend zijn en niet meer thuis horen in het moderne verkeer. Maar veel mensen bezitten een dergelijke klassieker uit liefde voor de auto en op dit moment komt hun hobby in gevaar.

Tevens heeft de overheid op hetzelfde moment een accijnsverhoging voor LPG en Diesel aangekondigd. Vanaf  1 januari gaat u dus weer wegenbelasting betalen, maar betaald u tevens een hogere prijs voor uw brandstof.

Lees ook ons artikel over motorrijtuigenbelasting

Accijnsverhoging LPG en Diesel

Onze weldenkende regering heeft een nieuwe accijnsverhoging ingesteld voor LPG en Diesel per 1 januari 2014. Op LPG wordt 7 cent extra accijns geheven en op Diesel 3 cent. Inclusief BTW kost LPG vanaf 1 januari 8,5 cent extra en Diesel kost 3,6 cent extra.

Hiermee komen de landelijke adviesprijzen voor LPG en Diesel er als volgt uit te zien:
LPG : €0,93
Diesel : €1,50
(euro-95 : €1,77)

In België zijn de prijzen als volgt:
LPG : €0,71
Diesel : €1,47
Euro-95 : €1,61

In Duitsland zijn de prijzen:
LPG : €0,76
Diesel : €1,34
Euro-95 : €1,64

Het verschil met de buren in brandstof prijzen leidt ertoe dat veel(steeds meer) Nederlanders in de grensstreken zullen gaan tanken bij de buren. Dit zorgt ervoor dat de beoogde extra inkomsten uit de accijnsverhoging niet gehaald zullen gaan worden.

Wat wel behaald gaat worden is het volgende:
Extra inkomsten voor onze buurlanden.
Dalende inkomsten voor alle pomphouders in de grensstreken.

Als tanken in het buitenland steeds aantrekkelijker gemaakt wordt, zullen meer mensen steeds vaker even naar Duitsland of België reizen. Gelijk even de overige boodschappen daar doen en drank en tabak inslaan. Onze regering neemt voor lief (of snapt het domweg niet) dat veel Nederlandse ondernemers en hun werknemers onder druk komen te staan en misschien zelfs werkloos zullen raken.

Het alsmaar ongestraft verhogen van de accijnzen op LPG, Diesel maar ook op tabak en alcohol betekend een daling in onze koopkracht. Onze democratisch gekozen dictatuur zorgt ervoor dat Nederlands langzaam maar zeker steeds verder afbrokkelt. Het aantal werklozen is het hoogst sinds 1985 en het aantal mensen onder de armoedegrens blijft ook gestaag stijgen.

minimumlonen januari 2014

De minimumlonen voor januari 2014 zijn weer bekend gemaakt. Deze minimumlonen zijn door de wet geregeld en hier mag een werkgever slechts omhoog van afwijken. Minder betalen dan het wettelijk minimumloon is niet toegestaan en zelfs strafbaar.

Op 27 november 1968 is de wet minimumloon en vakantiebijslag opgesteld. Deze wet bepaalt in Nederland het minimumloon en de minimale vakantietoeslag. Bij wet is geregeld dat elke werknemer minimaal 8% vakantietoeslag dient te ontvangen. Deze 8% is ook van toepassing op een ieder die een uitkering ontvangt. Hetzij WW, Bijstand, WAO of pensioen en AOW.

De wet heeft bepaalt dat de hoogte van het minimumloon 2 keer per jaar aangepast dient te worden. Op 1 januari en op 1 juli.

De verhoging die toegepast wordt is van diverse factoren afhankelijk. Zoals inflatiecijfers, gemiddelde loonsverhogingen en dergelijke.
Voor januari 2014 is de loonstijging 0.53% ten opzichte van de minimumlonen van juli 2013. Hiermee komt het minimumloon per 1 januari 2014 er als volgt uit te zien:

minimumloon januari 2014

De afgelopen jaren zijn de minimumlonen gemiddeld elk half jaar met ca 0,7% per half jaar gestegen. Hieronder een overzicht van de afgelopen 2 jaar:

minimumloon 2012 tot heden

 

 

Wijzigingen algemene heffingskorting en arbeidskorting

De komende jaren heeft het kabinet vele bezuinigingsmaatregelen op stapel staan. Om vooral de lagere inkomens nog een beetje te kunnen sparen, zijn er veranderingen aangekondigd in de hoogte van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting.
De algemene heffingskorting is een korting op de te betalen belasting voor iedereen met een inkomen. Deze korting geldt dus ook indien uw inkomen een uitkering of pensioen is.
De arbeidskorting ontvangt u alleen als u inkomen uit werk ontvangt.

De voorgestelde maatregel van het kabinet houdt in dat de algemene heffingskorting en de arbeidskorting de komende jaren hoger worden, maar tegelijkertijd meer inkomensafhankelijk zullen worden.

Algemene heffingskorting

Vanaf 2014 zal de hoogte van de algemene heffingskorting voor inkomens vanaf de tweede belastingschijf afgebouwd. Hierdoor zullen uiteindelijk de laagste inkomens nog gebruik kunnen maken van de algemene heffingskorting. In de periode 2014 tot 2016 zal deze maatregel geleidelijk ingevoerd worden.

Arbeidskorting

Om werken te stimuleren ten opzichte van inkomsten uit een uitkering, wordt de arbeidskorting verhoogd en ook meer inkomens afhankelijk gemaakt. De komende 4 jaar zal de arbeidskorting geleidelijk €836 verhoogd worden. Wederom vooral voor de lager inkomens. Deze verhoging gaat ten koste van de arbeidskorting voor de hogere inkomens. Op deze manier worden de komende lastenverzwaringen die door het kabinet worden ingevoerd beter verdeeld.

Zodra er meer nieuws is over de veranderingen in de algemene heffingskorting of de arbeidskorting zullen wij op belasting-schijven.nl u hiervan op de hoogt houden.